Maandelijks archief: augustus 2005

Brinkhorst

Soms, heel soms, schaam ik me weleens een beetje. Waarom? Omdat ik een ontzettende hekel kan hebben aan een persoon die ik niet ken. Nooit gezien, nooit aangeraakt, nooit gesproken en nooit geroken. Zo’n persoon is bijvoorbeeld Laurens Jan Brinkhorst. Wat heb ik een hekel aan die man. Hij staat zover boven het volk dat hij niet eens weet dat er volk is. Hij draait een beetje rond in hoge kringen en voelt zich ver verheven boven het afval op straat. Hij praat zo bekakt dat ik hem nauwelijks kan verstaan. Zijn dochter Laurentien heeft dat goed begrepen en doet al jaren goed werk in een groep die analfabeten wil leren lezen en schrijven. Je moet wel kunnen lezen met zo’n vader want verstaan doe je hem niet. LJB zit volgens mij ook bij de verkeerde partij. Hij zou het geweldig doen bij de VVD. Afgelopen week heeft LJB weer eens van zich laten horen in een leuk interview. De stoom kwam uit mijn oren bij het lezen van deze zin: “De werkgevers zouden gecompenseerd moeten worden in verband met de stijgende ziektekostenpremie.” Eerst dacht ik dat die journalist ook al problemen had met het verstaan van LJB en dat het werknemers had moeten zijn. Maar nee hoor. Onze LJB heeft maar één belang en dat is de economie en dat allemaal voor onze eigen bestwil en onze toekomst. De rijken nog rijker en de armen, daar weet hij niets van.
Ophokken wat mij betreft.

Zakenvrouw

Ze is een jaar of vijf en ligt languit op de inpaktafel van de supermarkt. Geen zin om mee naar binnen te gaan en dus wachten op mama. Ik zet mijn volle boodschappenkar tegen de inpaktafel en begin alles over te hevelen naar mijn Oma-wagentje met twee wieltjes. “Hoi” zegt ze. “Hallo daar” zeg ik. “Neem jij je wagentje niet mee naar huis?” wil ze weten. “Nee” zeg ik “ik heb toch een eigen wagentje?” Ze gooit haar bovenlichaam over de rand en steekt haar hoofd in het karretje. “Even kijken wat jij allemaal heb.” Ze pakt een zakje sla en laat het snel weer vallen. Van sla moet ze niks hebben blijkbaar. Haar oog valt op een pakje sigaretten en vol verbazing vraagt ze: “Rook jij?” “Soms” zeg ik ineens beschaamd. “Moet je niet doen, is niet goed voor je.” weet ze wijs te vertellen. Haar ogen gaan over de flessen wijn en nu wil ze weten of ik dat allemaal zelf op ga drinken. “Nee, daar krijg ik wel wat hulp bij” zeg ik. Ineens valt haar iets op en met hoge verbaasde stem roept ze: “Jij hebt geen snoepjes !!” “Dat klopt, ik hou niet van snoepjes.” Ze kijkt me vol verbazing aan. Haar hersens draaien op volle toeren en omdat ik inmiddels bijna bij de laatste boodschap ben schiet haar een prima idee te binnen. “Zal ik jouw wagentje wegbrengen?” en heel snel zegt ze “En dan krijg jij het centje terug van mij.” Haar eerste offerte in dit leven, gaat er door mijn hoofd, maar geen goeie offerte. Hier is een levensles op zijn plaats. “Ik heb een beter idee” stel ik voor, “jij brengt mijn wagentje weg en dan mag je ook het centje houden want daar heb je dan tenslotte voor gewerkt.” Ze springt snel van de tafel en klamt haar handen om mijn wagen om dit voordeel vast te houden. Ik loop weg en zwaai nog even naar haar. Terwijl ik de winkel uitstap hoor ik haar gillen: “Maaaaaa, ik mag die mevrouw d’r wagentje wegzetten en ook het centje houden.”
Weer een zakenvrouw geboren denk ik tevreden.

Note: Niet lang hierna ben ik voorgoed gestopt met roken

Groene gifcellen

Er zitten een paar hele gemene, gifgroene en zeer wrede hersencellen in mijn hoofd. Over het algemeen kan ik ze wel in bedwang houden maar soms nemen ze het denken over. Zoals laatst weer toen de Discovery afgevuurd werd. “Misschien ontploft hij wel” fluisterden de groene gifjes. Toen hij in de ruimte was dachten de gemene krengen dat hij misschien niet gerepareerd kon worden en bij de landing kwam het ontploffingsscenario weer boven drijven. Erg naar natuurlijk voor astronauten en hun geliefden en ik onderdruk die beelden in mijn hoofd dan ook zoveel mogelijk. Maar wat zich niet laat onderdrukken is de verbazing over het feit dat de mensheid zo onwaarschijnlijk veel geld stopt in ruimtevaart. Wat moeten we daar? We maken er hier al zo’n puinhoop van. Er zijn volgens mij maar twee redenen waarom men kost wat kost die ruimte in wil. Ten eerste om de eerste te zijn en anderen af te troeven (hele slechte eigenschap) en ten tweede om te kunnen bewijzen hoe het heelal is ontstaan. Met andere woorden: bestaat God wel of bestaat God niet. Alsof we daar uiteindelijk niet vanzelf achter komen. Honderden miljoenen/miljarden gaan de lucht in. Geld waar wetenschappers die oplossingen zoeken voor ernstige ziektes hun werk met jaren mee zouden kunnen verkorten. Miljoenen/miljarden waar je hele continenten van de derde wereld naar de eerste zou kunnen schieten. Maar nee, we moeten zonodig richting Onze Lieve Heer die overigens niemand op de thee gevraagd heeft. De ruimte is inmiddels een vuilnisbelt aan het worden en dat is fijn want dat doet ons een beetje aan thuis denken. Binnenkort kun je, als privépersoon een rondje om de maan maken voor het luttele bedrag van 100 miljoen dollar. En als je die nou toch los in je achterzak hebt zitten wat is er dan leuker dan dat? Wat moet je anders met die poen? Denk niet dat het een toekomstfantasie is want de eerste twee toeristen zijn al geweest. Maar ach, toen was de trip nog in de aanbieding voor 20 miljoen dollartjes. Uitverkoopje. De gifgroentjes in de kop hebben een ultieme fantasie waar ik altijd erg om moet lachen. Stel je voor dat we ooit zover komen dat we oog in oog staan met een God/Allah/Zeus etc. die alles gemaakt heeft. De desbetreffende astronauten roepen dan verbaasd: “U bestaat echt!” Waarop de desbetreffende Schepper het hele universum als een fruitvliegje tussen zijn handen zal verpletteren en roept: “Ja, maar met jullie heb ik het helemaal gehad.”