Categoriearchief: In de winkel

Maandag feestdag

Als je haar voor de eerste keer ziet dan weet je niet beter of je staat oog in oog met een prachtige jonge meid waar niks mis mee is. Zo willen we er allemaal wel uitzien! Als ze zich gaat bewegen dan zie je tot je schrik dat de linkerkant van haar lichaam gehandicapt is en dat ze moeilijk loopt. Ook haar arm doet het niet. Als ze gaat praten en je leert haar beter kennen dan weet je dat er ook in haar hoofd van alles mis is. Geen korte termijngeheugen. Pas als dingen zich vaak, heel vaak, herhalen dan blijft het hangen. Zaken van een kwartiertje geleden worden als vanzelf van de harde schrijf gewist. Wat ze in de jaren hiervoor geleerd heeft is er allemaal nog. Frans, Duits, Engels, de grappen rollen met gemak uit haar brein maar je naam is ze even kwijt.
Iedere week doen we samen boodschappen voor de hele groep waar ze haar dagen nuttig probeert door te brengen. Een klein feestje dat boodschappen doen. Ze weet inmiddels wie ik ben en wat we gaan doen. Waar de supermarkt is? Geen idee. Wat we daar gaan kopen? Ook geen idee. Ze vindt het allemaal prachtig. Ze is druk en heel luid van stem. Niet iedereen kan dat waarderen. Ik wel. Ik lach me rot met die meid. Onderweg naar de supermarkt groeten we alle lantarenpalen en zwieren om ongelukkig geparkeerde auto’s heen. De buschauffeur stopt om ons te laten oversteken en ze wil, kost wat kost, de man even persoonlijk bedanken. Zoals zoveel mensen greinst de man in mijn richting met een blik van verstandhouding. “Je zal maar zo’n kind hebben” zie je ze denken. In de supermarkt aangekomen stuur ik haar in de richting van alle vakken waar we iets uit gaan plukken. Ze vindt alles best. Bij het beleg wil ze iedere week weer een paar pakjes rosbief meenemen. Eindelijk, na een aantal maanden, weet ze al: “Te duur.” Dat doen we dus niet. Deze week moeten we ook jam. Aardbeienjam. “Wat zeg je Cornette?” gilt ze keihard door de grootgrutter “moeten we aambeienjam? Aambeienjam? Aambeienjam?”
Ze giert het uit en ik lig inmiddels dubbel in het vak met ontbijtkoek. Dankbaar dat onze lieve Heer ooit de Tenalady heeft uitgevonden.
Bij de kassa aangekomen leggen we alles op de band. Zij weet echter een snellere manier. Je pakt de zooi uit je karretje en je brengt dat rechtstreeks naar je eigen boodschappenwagen. Veel sneller! De juffrouw achter de kassa kan er niet om lachen. Ik wel. Ik lig alweer in de bak met kassakoopjes. Bij het inpakken van ons eigen boodschappenwagentje volgt weer een giermoment. Als het wagentje vol is hebben we nog twee of drie broden over. Daarom heb ik ook wat plastic tasjes meegenomen. Ze ziet daar absoluut het nut niet van in en stampt de broden met de kracht van een nijlpaard in de tas. Plat als een dubbeltje maar “het past toch?” Met zo’n meid is één tenalady niet genoeg.
We zwieren met al onze boodschappen terug naar de basis. Onderweg lonken we naar mooie jongens en leveren op alles commentaar.
Wat nog nooit een werkgever uit het verleden gelukt is lukt haar met gemak.
Iedere maandag is een feest.

Monopoliekaartengekte Super de Boer

De wereld is niet meer te redden. Tot die conclusie kwamen wij gisteravond, aan het einde van een gezellige avond met PdeB en na een poging om de logica in de cijfervolgorde van het Dartbord te ontrafelen (niet gelukt). Het was gezellig en alles was op. Dat wel natuurlijk.
Maar gek is de wereld zeker. Kijk maar op Marktplaats en zoek eens op Super de Boer. Half Nederland is op jacht naar de Monopoliekaarten van deze supermarkt. Er zijn op deze wereld ook mensen met minder goed werkende grijze cellen en die komen op Marktplaats mensen tegen met heel goed werkende grijze cellen in combinatie met een sluwheid en een slimheid en een gemeenheid die zijn weerga niet kent.
Want wat wil het geval? Je moet straten sparen bij Super de Boer en een straat compleet hebben is altijd prijs. Een grote prijs. Nu wil het geval dat er van ieder dorp of stad een heleboel straten in omloop zijn en van ieder dorp of stad (of station) is er slechts één heel zeldzaam. Heb je dus die zeldzame in handen dan heb je eigenlijk de prijs al. Want die minder zeldzame straten bemachtigen is een kwestie van 20 zakken chips kopen.
Je hebt van die handelaren in tweedehands vogelpoep die ontzettend misbruik maken van het feit dat niet iedereen dat systeem doorheeft. Die bieden bijvoorbeeld de Leidsestraat aan voor veel geld terwijl je daar geen bal aan hebt. Je moet de Kalverstraat hebben. Dat is pas bingo! Maar ze willen de Leidsestraat ook wel ruilen voor de Kalverstraat. Ach wat aardig toch. Er zijn ook van die computerteletubbies die graag de Coolsingel willen hebben. Die willen ze wel ruilen tegen de Biltstraat uit Utrecht. Wat zijn we toch lief voor elkaar.
Zij we allemaal nog bij de les? Gangbare straten met elkaar ruilen is een onschuldig tijdverdrijf. Waarschijnlijk hebben alle Super de Boer shoppers over drie weken een paar verhuisdozen vol met die straten in de gang staan maar dat is van later zorg.
Heb je geen Super de Boer in de buurt? Wees blij. Aan jou gaat deze totale gekte ongemerkt voorbij en dat is winst in dit leven. Voor al die anderen hieronder een lijstje met straten die je dus NIET moet ruilen en stevig vast moet houden. Vervolgens koop je volgende week voor zes jaar Calgonit Powerballen (die bederven niet en 2 extra kaarten) en alle ontbrekende gangbare straten vallen vanzelf in je wagentje.
Trek een lange neus naar al die gescheurde broodzakjes die proberen om onwetenden en minder begaafden op slinkse wijze een prijs afhandig te maken en bezat je eens heerlijk.
En mocht je aan het einde van de avond ons uit kunnen leggen wat de logica is van de cijfervolgorde op een Dartbord dan horen wij dat graag.

Zeldzame Super de Boer Monopoliekaarten:
Amsterdam – Kalverstraat
Rotterdam – Coolsingel
Utrecht – Vreeburg
’s Gravenhage – Lange Poten
Groningen – Heerenstraat
Arnhem – Velperplein
Stations – Station Noord
Haarlem – Houtstraat
Ons Dorp – Brink

p.s. voor vriendin. We moeten hoognodig op zoek naar De Houtstraat van Haarlem. Kunnen we effe luxe in een hotel met alles erop en eran. Hoeveel dozen Calgonit Powerballen kun jij kwijt in de logeerkamer?

De lampenman

In de supermarkt zocht ik naar ‘helder, grote fitting, 60 watt, eigen merk’ (want goedkoper) toen een man van een jaar of zeventig op me afliep en vroeg: “Kunt u het vinden?” Nu moet ik even vertellen dat ik dol ben op oudere mannen. Bij voorkeur het Al Pacino tiep. Beetje nijdige kop en veel rimpels. Veel leuker dan al dat jonge grut waar ik de namen niet van kan onthouden en die allemaal op elkaar lijken. Derhalve ging ik direct over op mijn hulpbehoevende vrouwtjesstand (en neem van mij aan dat dat geen geringe acteerprestatie is) en zei met een hoog stemmetje: “Het is allemaal zo ongewikkeld die lampen.” De Oudere Man pompte zijn borst op en vroeg wat ik zocht. Ik keek wat onnozel op mijn briefje en lispelde: “Helder, grote fitting, 60 Watt, eigen merk.” Onmiddelijk schoot de ridder in aktie en plukte na enig zoeken de lamp uit de schappen. Hij legde hem ook nog voorzichtig in mijn wagentje. Nadat ik netjes dank-u-wel (goed opgevoed) gezegd had keerde de man terug naar zijn eigen vrouw en zei, met nog altijd opgepompte schouders: “Ik moest even dat vrouwtje helpen. Die kon geen wijs uit al die lampen.”
Toen ik met mijn boodschappen buiten kwam scheen de zon, net als in de afgelopen dagen. Maar vandaag leek het ineens echt lente. Thuisgekomen bleek ik niet de gevraagde lamp te hebben. Geeft helemaal niks. Het is toch lente.