Maandelijks archief: oktober 2006

Ho Ho Ho Ho

Is het nou werkelijk zo gek dat Gonny van Oudenallen de Minister van Volksgezondheid niet herkende? Zou mij ook zo kunnen overkomen. Sterker nog. Overkwam mij tijdens een mooie late zomerdag op een Haags terras. Zat ik daar met geliefde, glaasje en menukaart in de hand en dan trekken er hele rijen BN-ers aan je voorbij. Jan Marijnissen met Agnes Kant, Boris Dittrich, de prachtige Rotterdamse Carrie en nog veel meer van die TV-koppen. En inderdaad ook die ontzettende gluipkop wiens-naam-wij-niet-meer-noemen. Mijn Geliefde Echtgenoot pakte me nog net bij mijn jasje en greep mijn glas. “Niet gooien schat. Niet gooien !!” De Minister wiens-naam-wij-niet-meer-noemen wordt (naar hij zelf zegt) vaak herkend op straat. Dat zal best. Ik herkende hem ook en mijn lichaam ging als vanzelf in de aanval maar dat wil nog niet zeggen dat zijn naam je te binnen schiet. Want zeg nou zelf. Dat wis je toch van je harde schijf? Zit ergens in een hersenmapje verstopt maar op welke schijf dat mapje staat? Geen idee. En dat wil ik graag zo houden. Je moet er niet aan denken dat die naam steeds door je hoofd blijft spoken. Veel verder dan Ho Ho Ho Ho kom ik niet.
Ho Ho Ho Ho wiens-naam-wij-niet-meer-noemen kon het absoluut niet begrijpen. Hij weet niet beter of werkelijk iedereen weet wie hij is. Arrogantie ten top !
Nee, ik vind het niet zo gek dat Gonny die naam ook uit haar hersenpan heeft gewist. Zit misschien nog ergens in de prullenbak. Het vervelende van Gonny is echter dat ze tegelijk met die naam nog veel meer van haar harde schijf heeft gedelete. Geeft niks. Straks een hele lange tijd op wachtgeld.
Met dat als beloning wil ik ook wel even voor joker staan in het journaal en uitgelachen worden door Ho Ho Ho Ho wiens-naam-wij-niet-meer-noemen.

Het leger zoekt vrouwen

Annemarie Jorritsma zei, in een interview met Goedemorgen Nederland:
“Het leger zou moeten zorgen voor uitlaatkleppen. Er is zelfs wel eens de suggestie gedaan dat je bij sommige missies een paar prostituees zou moeten meesturen. En ik vind dat je het daarover met elkaar moet hebben. Want als er geen vrouwelijke collega’s in de buurt zijn, gaan de soldaten mogelijk met lokale vrouwen de verkeerde kant op. En dat wil je dus allemaal niet.”
Wat zij eigenlijk zegt is dat soldaatjes die een poosje van huis zijn zich eerst wenden tot hun vrouwelijke collega’s en als die niet voorhanden zijn dan gaan ze onder lokale burka’s graaien. “En dat wil je dus allemaal niet.” Wie “je” is blijft vooralsnog onduidelijk en wat de “verkeerde kant” is al helemaal. De daadwerkelijke uitvoering van dit plan tovert leuke beelden op mijn netvlies. De echte gedachte die hierachter zit is minder fraai. Om even heel kort door de bocht te gaan: Mannen zijn beesten die zich niet kunnen beheersen en daar moeten we rekening mee houden. Wij moeten voor een uitlaatklep zorgen anders draaien ze dol. Als man zou je hier erg kwaad om moeten worden. Bovendien wekt het de suggestie dat je vrouwen kunt kopen en gebruiken als dat nodig is. Je huurt ze gewoon in en stuurt ze mee op langdurige missies. Dat soort vrouwen heeft toch zeker geen gezin en geen mensen die ze missen? Wat ze nog meer niet hebben is een keuze want geen enkele prostituee op de wereld staat ’s morgens op met de gedachte: “Fijn. Weer een nieuwe dag.”
Maar dan ook niet één mevrouw Jorritsma !

Postcodeloterij

Mijn argument is altijd dat je er goeie doelen mee steunt. Grote kletskoek natuurlijk. Dat geld kun je dan ook gewoon overmaken.
“Kappen ermee !” roept de Man In Huis dus regelmatig. Maar ik kan het niet. Ik kan het gewoon niet. Alle loterijen zijn de deur uit maar die ene. Oh, dat ene lootje van de postcodeloterij ! “Weet je wel hoe klein de kans is dat je wat wint?” rekent de wiskundeknobbel voor. “Alle postcodes die niet meespelen doen wel mee in de trekking. De kans is dus heeeeeeeeel erg klein.”
Ik weet het wel. Ik weet het wel. Maar toch. Het zal je maar gebeuren dat die smakelijke hap van een Gerston Gerstanowitch (of weet ik veel hoe die jongen ook alweer heet) voor je deur staat. Of die andere die zo op zijn vader lijkt. Je mag ze, in de vreugde van het miljonair worden, vast wel even bepotelen. Dat vinden ze best wel goed op zo’n emotioneel beladen moment. Bovendien moet je er niet aan denken dat ze bij je buren staan om de blijde boodschap te brengen en dat jij net je lootje hebt opgezegd.
“Daar speculeren ze op !” roept het rekenwonder weer. Oké, oké, ik zal erover denken. Misschien zeg ik het dan toch wel op. En dan haalt hij zijn allerlaatste pijl uit de koker: “Voor dat geld kun je wel twee of drie boeken kopen bij die 2e-handsboekwinkel waar je vaak shopt.” Kijk, dat is nou typisch zo’n geval van iemand op zijn zwakke plek raken. Twee of drie boeken. Per maand !!! Maar als nu binnenkort weer een kanjer trekt? Ze hebben toch van die kanjers? Ik snap er de ballen niet van maar wacht altijd maar tot de bel pling-plong doet. De Man In Huis verzekert me dat dat niet zal gebeuren. “En bovendien” zegt hij “we hebben toch alles? Wat moeten we nou nog meer?”
Verdomd. Hij heeft gelijk. Eruit met die loterij !
Maar ik koop wel een oudejaarslot.