Maandelijks archief: april 2006

Alcoholwolk

Slechts een klein nieuwsberichtje en toch zo onwaarschijnlijk bijzonder. Lees zelf:

Alcoholwolk in Melkweg ontdekt
Gepubliceerd op dinsdag 04 april 2006
Diep in de ruimte is een reusachtige alcoholwolk met een doorsnede van 463 miljard km ontdekt.

Ik wist wel dat er ooit een bewijs gevonden zou worden dat de hemel bestaat.

Restauratie

Ik kom het steeds vaker tegen. Het gaat alsvolgt. Je koopt een oud en vervallen kasteeltje (of zoiets) in Frankrijk (of waar dan ook) voor weinig. Dat moet natuurlijk opgeknapt worden. Dus zet je een advertentie in de grote kranten:
“Gezocht: mensen die het draagvlak van het leven kwijt zijn. Samen bouwen we aan iets moois. Kernwoorden: groene thee, meditatie, zon, natuur, vegetarisch, eenheid van geest, ontdekken van je eigen grenzen. Ga mee op de reis van de menselijke ziel vanaf zijn gewone, alledaagse, vertrouwde bestaan, via het loslaten van alles wat ons in beroering brengt, naar de onbegrensde, eeuwige Ruimte die ook in ons woont. Gratis kost en inwoning als beloning voor de restauratie van kasteel en ziel.”
Leuk gevonden nietwaar? Het kost geen lor en voor je het weet wordt je nieuwe paleis overspoeld door dolende zielen die het gratis en voor niks restaureren. Je hebt erbij die het nog erger maken en mensen graag voor veel langere tijd “in dienst” willen hebben. Wij kwamen zo’n slim type tegen en probeerden hem eens uit zijn kasteel te lokken door onszelf aan te bieden. Na wat heen en weer emailen liet hij al snel niets meer van zich horen. Want mensen die hun hersens nog aardig op een rijtje hebben en donders goed weten waar de kasteelheer zijn mosterd haalt, daar zitten ze niet op te wachten. Ben je doortrapt genoeg dan kun je op deze manier zelfs een behoorlijk bedrijf opbouwen. Maar ja, de vraag is of ik doortrapt genoeg ben.
Ik ben bang van niet.

Kinderen zijn hinderen

Vriendinnen heb ik in alle soorten en maten. Er zijn erbij met wie ik alles kan doen. Sporten, naar de kroeg, uit eten, winkelen en ouwehoeren. Er zijn er ook bij met wie ik alleen maar winkel (al ouwehoerend). Of met wie ik alleen maar zing (tussendoor ouwehoerend). Sommige zijn 20 jaar jonger en sommige zijn 30 jaar ouder met alles ertussenin. Ben ik met het jongere spul op stap dan vragen mensen: “Moeder en dochter?” waarop wij weer blij zijn met ons inlegkruisje. Ben ik met de oudere dan vragen mensen: “Dochter en moeder?” waarop wij uitleggen vriendinnen te zijn. Vaak geloven mensen dat niet. Kan niet, zeggen ze dan, je hebt met zo’n leeftijdsverschil toch altijd een moeder/dochterverhouding? Ze denken maar een eind weg. Wij, vriendinnen, weten beter. Met één van de oudere vriendinnen praat ik vaak over haar kinderen. Nee, geen zeikverhalen over geweldige prestaties en ziektejes. Zij beklaagt zich over het feit dat haar kinderen de rollen omgedraaid hebben en haar als kind zijn gaan behandelen. “Moeder, je moet toch niet meer zo’n eind op de fiets. Neem toch de bus!” Deze is ook leuk: “Moeder, zou je niet eens wat kleiner gaan wonen. Wat moet je nou met zo’n groot huis?” Totaal gestoord raakt ze ervan. Ze barst van de energie. Energie waar een 40-jarige een moord voor zou doen. Geen enkele lichamelijke of geestelijke achteruitgang is nog te bespeuren. Tegen de 80 loopt ze en er is geen enkel onderwerp waar ze geen mening over heeft. Ze is kort geleden een leuke opleiding begonnen en geniet daar intens van. Griep en verkoudheid kent ze niet en pijnstillers heeft ze niet in huis. Met haar winkelen wil je niet want je komt absoluut op je tandvlees thuis. En maar zeiken die kinderen. “Moeder, zou je het niet eens wat kalmer aan gaan doen? Zullen we je helpen met het schoonmaken van je huis?” Met mij zet ze een boom op over het feit dat volwassen kinderen de rollen omdraaien en paps en mams betuttelen. “Laat ze hun eigen leven gaan regelen” spuugt ze. “Mijn hele leven heb ik nog nooit iets gehad en altijd heb ik alles zelf gedaan. Wanneer is toch die omslag gekomen? Dat moment waarop ze ineens dachten dat ik dingen niet meer kon of er te oud voor ben geworden? Maar jij” zegt ze triomfantelijk “jij bent net zo als ik. Jij blijft ook tot je laatste snik zelfstandig en jij laat je ook door niemand de wet voorschrijven.” “Voor mij is dat makkelijk zat” zeg ik “want ik heb geen kinderen.”
“Nee” zucht ze “fijn hè?”