Maandelijks archief: maart 2006

In de gleuf

Veel en vaak doe ik het. Pakketjes versturen bedoel ik. Naar alle delen van de wereld. De pakketpost heeft voor mij dus geen geheimen meer. Ik weet precies wanneer brievenbuspost dure pakketpost wordt. De juffrouw van het postkantoor neemt het zekere voor het onzekere en stopt veel van mijn pakketjes in haar kartonnen gleuf. Die dikke enveloppen c.q. pakketjes moeten makkelijk door de gleuf gaan. Je mag geen druk erop uit hoeven oefenen. Zelfs een pieterig klein beetje duwen mag niet want dan roept ze direct triomfantelijk: “Pakketpost !” Ja, dat wist ik al. Wat ik niet weet is waarom de pakketjes naar mijn vriendin J. in Zweden ook pakketpost zijn. Die woont namelijk in een onherbergzaam gebied, derde boom links, net voor het oversteekpad van de Rendieren. Geen brievenbus, laat staan een gleuf, te bekennen. Ze haalt haar post 1 x per week op want de postbode waagt zich niet in dat bos. Maakt niks uit. Is toch pakketpost. Wie heeft trouwens ooit vastgesteld dat die gleuf maar 3,5 cm mag zijn? “Dan kun je er met je handen niet in” legt de postmevrouw uit en ze demonstreert dat in haar kartonnen gleuf. Nee, en de dikke zaterdagkrant ook amper maar die scheurt vanzelf kapot dus dat is geen ramp. De tarieven binnen ons zo geweldige Europa lijken voor geen meter op elkaar. Afstanden doen ook niet ter zake. Pakketjes naar vriendin A. in een klein dorpje in Portugal zijn net zo duur als naar M. die net over de grens in Duitsland woont. Stuur ik iets naar Amerika of Zwitserland dan moet ik er een douaneformuliertje opplakken om te melden wat erin zit. Naar andere landen hoeft dat niet. Vanuit vrijwel de hele wereld komen de aan mij verstuurde pakjes ongeschonden aan. Behalve uit Duitsland. Die zijn vaak opengemaakt en op een onwaarschijnlijk hufterige manier weer dichtgeplakt door nieuwsgierige douanetiepjes.
De wegen van de post zijn ondoorgrondelijk. Maar dat is het leven ook.

Of het wat zachter mag

Soms kan ik zo godvergeten nijdig zijn. Niet vaak hoor. Maar wel soms. Zelfs nu nog. En het is al bijna middernacht en nog ben ik spinnijdig. Van slapen zal dus wel even niets komen. De adrenaline giert door mijn lijf. Al sinds negen uur vanavond. Toen ging de telefoon namelijk. De buren. Of het wat zachter kon. WAT ZACHTER ! Hoe bedoelu?? Oh, u bedoelt de muziek? Een leuk muziek-dvdeetje stond er op en ja, hij stond lekker aan de luide kant. Mag het om negen uur ’s avonds? Komt zelden voor en nooit als het later op de avond is. Maar nu moest hij wat zachter want de kindjes hadden wat moeite met inslapen vanavond. Oh ja???? Ik heb al drie jaar wat moeite met het gekrijs midden in de nacht. Ik heb al drie jaar moeite met het heen en weer rennen op de trap. Ik heb al drie jaar moeite met het spelen met een bal om zes uur in de ochtend. Zeg ik toch ook niks van? Tenslotte zijn het kinderen en die moet je de ruimte gunnen. En dat de hoogopgeleide paps en mams de buitendeur zo hard achter zich dicht smijten dat de glazen uit onze kast pletteren is bijzaak. Dat mams haar vrije middagen op het terras doorbrengt, luid babbelend met de rest van de moedermaffia in de straat, geeft ook niks. Ik kan tenslotte altijd binnen gaan zitten met mijn boek.
Tolerantie komt van twee kanten. Dacht ik altijd hoor. Blijkt niet zo te zijn. Ineens komen al die mensen met kleine kinderen mijn strot uit. Alles moet kunnen. Alles staat in het teken van de minigoden. Rot toch op. Vanavond ben ik rustig gebleven. Doe ik altijd als ik kwaad ben. Maar ik kom erop terug in een later stadium maar dan vergeet je ook nooit meer dat je Cornette gesproken heb.
Ik ga slapen. Denk ik.

Update. En wat ben ik dan achteraf blij met mijn geduld en mijn afwachten en mijn “niks doen op het moment zelf”. Nooit impulsief reageren en altijd eerst goed over nadenken. De buren hebben inmiddels hun excuses aangeboden voor de onnodige reactie. Er was het e.e.a. aan de hand in hun gezin en daarom wat overhaast de telefoon gepakt. Nooit hebben ze last van ons en nooit willen ze ons kwijt als buren. En natuurlijk moeten we gewoon ons eigen leven leiden want we zijn toch van die lieve mensen. En daarom viel het ons zo rauw op het dak. Want ook zij zijn altijd lieve mensen geweest en nog. En ja, hebben we dat allemaal niet eens? Dat het leven je even helemaal tot hoog in de strot zit en dat de eerste die voorbij komt de klappen opvangt? Ja, dat hebben we allemaal weleens. Over en uit.

MinEcozak

Rustige zondagmorgen. Kranten van de afgelopen dagen eens doorgelezen. Negerzoen mag niet. Legerzoen mag wel. Piepklein vraaggesprekje met onze Minister van Economische Zaken die zichzelf en Balkenende II absoluut terug ziet komen. “Er komt geen links kabinet” brult hij. Dat is nog om te lachen. Zijn volgende opmerking is dat niet. Hij heeft het over de PvdA en bralt: “Ze (de PvdA dus) hebben tegen hervormingen als de herbeoordeling in de WAO en de herziening van de bijstandswet gestemd. Aan die hervormingen is wel te danken dat het aantal uitkeringen nu 300.000 lager uitkomt dan we dachten.”
En dat mag zich dan ongestraft Minister van Economische Zaken noemen. Op deze manier kan een driejarige minderbegaafde peuter de economie ook een oppepper geven. Deze MinEcozak vraagt zich in het geheel niet af wat er geworden is van al die mensen die vanuit de WAO en door verslechtering van de bijstand de voedselbanken ingejaagd zijn. Voor hem telt alleen het economisch gewin. Hoe dit land aan dat gewin gekomen is en wie die rekening betaald heeft zal hem een zorg zijn.
Gelukkig mag de fles een uur eerder open vandaag.