Een gewone avond en niks bijzonders. Nog even TV kijken in bed met LoesDePoes (bijgenaamd Trutje, Muts, Hutsefluts, The Boss, Bolletje, Dikke, Oeneballetje) tussenin. Zoals gewoonlijk. Ze wast zich voor het slapen gaan. Zoals gewoonlijk. Halverwege het wassen blijft haar voorpoot strak in de lucht steken. Ik denk: die ziet wat en wil het een mep geven. Ik leg mij hand geruststellend op haar lijfje en schrik me wild. Helemaal stijf zoals een reeds lang overleden poes moet aanvoelen. Ik schiet overeind en zeg nog tegen lief: Ze gaat dood. Dit is het einde. LDP valt ondertussen op haar zij met nog altijd die poot recht voor zich uit en totaal verstijfd. Ik spreek haar zachtjes toe en aai haar rare strakke lichaampje. Ik wil maar één ding en dat is dat ze in haar doodsnood zich gerustgesteld voelt door mijn stem en handen. Ga maar beestje. Het is goed zo. Ze rolt zich op haar andere kant en haar ogen staren wild naar onbekende verten. Paniek stijgt mij naar de kop maar ik moet rustig blijven. Nu wil ze van het bed af en naar de grond. Zachtjes pak ik haar op en leg haar op de harde vloer. Daar rolt ze zich heel langzaam van de ene kant op de andere. Nog altijd volkomen stijf en de poten recht voor zich uit. Als een film trekken alle overleden poezen aan mij voorbij. Stierven ze niet allemaal bij de dierenarts onder nare omstandigheden? En nu, nu heb ik er één die thuis en in mijn armen mag sterven met mijn handen op haar lijf en mijn stem nog in haar oren. Ze zakt door haar voorpoten en kruipt langzaam naar de donkere badkamer om een schuilplaats te zoeken. We laten haar niet alleen en staren naar het wonder dat zich voor onze ogen voltrekt. Ze zit rechtop en geeft eindeloos kopjes aan het wasrek. Het liefste wasrek van de hele wereld blijkbaar. Slechts een paar minuten later konstateren we dat er met Hutsefluts niks meer aan de hand is. Ze rent achter mijn benen aan en hangt, zoals gewoonlijk in de avonduren, in mijn kuiten. Pret, pret, we gaan nog even pret hebben voor het slapen gaan! Wij niet. Met een bloeddruk die we niet willen nameten gaan we nog even naar beneden. Drankje drinken en even bijkomen. Ze ligt op schoot en op tafel en vraagt zich af waarom we nou toch niet lekker met z’n allen het bed in duiken. En wij vragen ons af wat haar zojuist is overkomen. De toekomst zal het leren. Een toekomst waar we waarschijnlijk helemaal niet op zitten te wachten. Ach, je kunt je drukmaken om van alles en nog wat maar dat wat je na aan het hart ligt blijkt toch altijd weer het allerbelangrijkst.
P.s. Ze leefde nog jaren en stierf op 14-jarige leeftijd aan een tumor onder haar tong. Nooit heeft ze meer zo’n aanval gehad.