Maandelijks archief: juni 2005

Damesbladen

Er zweeft af en toe een Libelle voorbij op het terras en die doen mij altijd weer denken aan de damesbladen Libelle en Margriet. Jaren geleden las ik ze allebei. Waarom ik daar ooit aan begonnen ben wil me niet meer te binnen schieten. Wel weet ik dat ik er op een gegeven moment wat depressief van werd en dat is voor een geboren rasoptimiste een hele prestatie. Met enige somberheid zag ik de vrijdagavond tegemoet als die krengen in de bus geplopt werden. Op het laatst las ik ze niet meer en gaf ze meteen door aan een toen nog aanwezig slachtoffer in de familie. Weet dus dat de eventuele putterigheid die je in het leven kan overvallen veroorzaakt kan worden door damesbladen. Waarom? Omdat je als hoog sensitief persoon heen en weer gesmeten wordt tussen allerlei emoties als was je een dummypop in een proefbotsing. Die bladen beginnen met wat ingezonden brieven waarin mensen hun diepe leed blootleggen aan de wereld. Kind dood of gehandicapt, partner ontrouw, ziektes en ellende van de hoogste orde. Slechts één bladzijde verder krijg je vervolgens een prachtig gedekte Paas- of Kersttafel voor je kiezen die je zelf nooit zo gedekt krijgt al was het alleen maar omdat je al die rotzooi niet in huis hebt. Dan nog wat leed en ellende van een bekende Nederlander en ja hoor, mode voor grotere maten met foto’s van draadnagels die sinds hun 13e jaar uitsluitend groene groente hebben gegeten en het woord roomboter niet eens kunnen spellen.
Aan het einde van de rit ben je in gedachten nog iemand uit zo’n ingezonden brief aan het begraven terwijl je het gevoel krijgt dat je hopeloos tekort schiet omdat jouw tafel een ongestreken kleedje heeft en die grote maten zelfs nog wat aan de kleine kant zijn. De Kerstnummers zijn het ergst. Bij de omslag alleen heb je al een zakdoek nodig. Laatst zaten wij in de wachtkamer van een ziekenhuis en daar lag een leesmap. Even gluren hoe ze tegenwoordig die bladen maken dacht ik. En zie daar, op bladzijde 5 en 6 had ik al drie dooien en een waardeloze echtgenoot te pakken. Ik hou het tegenwoordig maar gewoon bij de dikke zaterdagkrant en boeken. En sindsdien gaat het een stuk beter met me.

Stamboompluizers

Soms denk ik terug aan de tijd dat ik met mijn eigen en nogal zeldzame meisjesnaam terug te vinden was op internet. Dat had gevolgen. Je bent namelijk nogal makkelijk op te googelen en er zijn een heleboel van die stamboompluizers die de godganselijke dag hun familie via internet proberen uit te breiden. Binnen de korste keren krijg je dus van die e-mailtjes met vragen waarop je eigenlijk geen antwoord weet maar ook helemaal niet wilt weten. “Ben jij familie van ….?” Mens, wat kan mij dat schelen. Ik heb geen familie meer en wil dat graag zo houden. Of van die mailtjes met de vraag of ik wel weet dat wij familie zijn van die bekende Nederlandse schrijver? Ja, weet ik. Ken hem niet, nooit iets van hem gelezen en ook niet van plan. Of ik wel weet dat ik familie ben van een kunstschilder die …? Jaaaaa, weet ik ook. Die is inmiddels overleden maar ik heb hem nog een aantal keren ontmoet. Dat had ik niet moeten zeggen want toen was de beer helemaal los.
Het ergste was de neef uit Amerika. Een deel van onze voorouders besloot rond 1850 wat indianen te gaan uitmoorden aan de overkant van de oceaan en daar is hij een afstammeling van. In het eerste mailtje kreeg ik direct voor de kiezen dat hij een ultrarechtse dominee is die het volledig eens was met de inval in Irak en een groot bewonderaar van Bush en of ik even kon bevestigen dat Rembrandt één van onze voorouders was? Dat kon ik niet en ik verwees hem naar de weblog van een ultraconservatieve Amerikaanse blogger alwaar hij zeker vriendjes zou vinden. Binnen twee mailtjes waren we in een politieke cyberoorlog verwikkeld. Stamboompluizers zijn echter net vlooien. Op het moment dat je denkt de laatste gevangen te hebben komen er in de hoeken weer wat eitjes uit. Hij liet dus niet los en bleef me de groetjes sturen van “je neef” uit Amerika. Op een gegeven moment kun je niets anders meer doen dan virtueel onderduiken en je eigen naam in de spamlijst zetten.
Lekker rustig.

Peepshow op de Veluwe

Jullie geloven toch niet echt dat die Winnie de Poema rondloopt op de Veluwe? Ik niet. Misschien krijg ik ongelijk maar vooralsnog valt dit in de categorie komkommernieuws. Zomer, warm, geen zin en waar zullen we het nu weer eens over hebben. Dat soort nieuws. Iedere zomer is er wel wat en eigenlijk zou er ergens een archief moeten zijn van dit soort
1 juli-grappen. Het nieuws is nu al spannender geworden want er blijken meerdere Winnies in de bossen rond te lopen. En dan zijn er vage fotootjes waarop je eigenlijk niets anders ziet dan een uit de kluiten gegroeide en niet gecastreerde verwilderde huiskat. Je maakt mij niet wijs dat in deze tijd, waarin iedere opgroeiende peuter een digitale camera met 1000x zoem en 80 miljoen pixels voor zijn derde verjaardag krijgt er alleen van die vage prutfotootjes genomen kunnen worden.
Kijk, dat gaat er dus bij mij niet in. Het wachten is nu op de eerste hele vage videootjes. En toevallig zijn die eerste vage fotootjes gemaakt door iemand van de Stichting Pantera terwijl de bossen thans totaal platgelopen worden door Poemaristen die ook allemaal behangen zijn met digi’s in alle vormen. En daar heeft er niet één van een foto gemaakt? Wereldberoemd kun je worden met die eerste overduidelijke foto van een bizarre katachtige die zich in de Nederlandse bossen in zijn poepertje laat kijken. Hou toch op. Neem nog een kouwe klets en zak weer rustig terug in je tuinstoel. Kunnen we vast verzinnen wat we volgend jaar zomer voor grap gaan uithalen.