Categoriearchief: Het leven

Bij de trombosedienst

Twee dagen in de week kun je ’s morgens tussen 09.00 en 09.30 terecht bij de trombosedienst die een kamertje ter beschikking hebben in de huisartsenpost. De huisartsenpost zit in hetzelfde gebouw als het bejaardenhuis. De oudere medemens hoeft niet eens over straat maar kan via een verbindingsdeur zo naar de artsenpost en dus ook naar de trombosedienst. Erg handig.

Sinds kort mag ik ook tweemaal per week naar de trombosedienst. Op advies van iemand die het weten kan ging ik zo laat mogelijk want dan ben je direct aan de beurt en zit je niet “tussen al die ouwe zeuren”. Maar ja, dan maak je ook niks mee want je staat zo weer buiten.
Daarom ga ik nu vroeg en dat is veel leuker. Je moet wel even de gewoontes leren kennen anders krijg je onherroepelijk problemen.

Er is een nummertjesautomaat. Zonder dat ding zouden er oorlogen uitbreken tussen de bejaarde medemensen want iedereen wil NU aan de beurt zijn. Nummertje trekken dus.
Vervolgens neem je plaats in de rij stoelen tegenover het lichtbakje met nummers zodat je dat schermpje goed kunt zien. Om 5 voor 9 is die rij volledig bezet door mensen met een nummertje in hun hand.

Om 09.00 klinkt het eerste “aan de beurt” geluid en zie je een nummer oplichten. Vanmorgen begon het met nummer 32.
Vervolgens buigt iemand in de rij stoelen zich voorover en zegt: “Nummer 32”.
Dat gaat dan de hele rij langs. Iedereen zegt een keer “Nummer 32”.
“Ja, nummer 32”
“Nummer 32?” (vragend)
“Ik denk nummer 32”
Je kunt bij het noemen van het nummer kiezen voor
1. Op je eigen nummertje kijken
2. Langs de rij kijken
3. De persoon die opstaat en het prikkamertje inloopt nakijken
4. Naar het lichtbord kijken

Ik zat naast het lichtbord in plaats van aan de overkant en dus tegenover de rij met wachtenden.
Men begon zich al heel snel druk te maken over het feit dat ik niet op dat lichtbord kon kijken en dus niet wist welk nummer er aan de beurt was. Dat mag natuurlijk niet want stel dat ik mij zou vergissen en voortijdig op zou staan. Ik werd dus nummer 5 van de mogelijkheden in het rijtje en een aantal mensen koos er voor om mij steeds te vertellen welk nummer er nu aan de beurt was en tegelijk probeerden ze erachter te komen welk nummer ik had zodat er in ieder geval gecontroleerd kon worden dat ik niet voor mijn beurt ging.

Het gaat allemaal erg snel dus het bijhouden en opnoemen van de nummers die op het bord verschenen is nog een hele klus voor de rij wachtenden. Bovendien dunt de rij snel uit omdat er mensen richting prikkamer gingen dus dan moet de rest het overnemen.

Je hebt ook de “ongeduldigen” die niet in de rij gaan zitten maar nerveus voor de ingang van het prikkamertje gaan staan wiebelen. Steeds als er iemand in of uit het kamertje wil zeggen ze “oh sorry” en stappen opzij maar direct daarna gaan ze weer in de weg staan. Is zo’n wiebelfiguur daadwerkelijk zelf aan de beurt dan wordt de plaats voor de ingang razendsnel ingenomen door een volgende die al verdekt opgesteld stond achter de kapstok.

Ik ga nooit meer laat. Ik ga voortaan altijd vroeg.
Zulke toneelstukken daar moet je in het theater erg veel geld voor betalen en hier is het helemaal gratis.
Ik had overigens nummer 44.

Je huisdier als kind

Je hebt mensen die soms hele hele hele hele rare dingen zeggen. Zo was er iemand die tegen mij zei: “Die poezen van jou, dat zijn eigenlijk jouw kinderen. Dat snap ik heus wel.”

Zal ik eens uitleggen wat er gebeurt als je zoiets tegen mij zegt? Dan krijg je drie kruisjes achter je naam. Drie kruisjes achter je naam wil zeggen dat ik je vanaf dat moment behandel als iemand die net iets boven het niveau “begeleid wonen” zit. Ik blijf heel vriendelijk en praat iets langzamer tegen je dan eerst. Want blijkbaar is er iets niet helemaal goed in je bovenkamer. Dus vanaf dat moment pakken we de communicatie wat simpeler aan.

En ik dacht, ik leg het hier ook even uit want dan kun je het op je gemak nog eens een paar keer heel langzaam doorlezen en wie weet gaat er dan wel ergens een lampje branden.
Kijk, mensen die bewust geen kinderen op de wereld hebben gezet missen dat ook niet en die zijn dus niet bezig (zoals jij denkt) om een leegte die geen leegte is op te vullen met huisdieren of met het bouwen van poppenhuizen ofzo.
Mensen die wel bewust kinderen kregen vinden hun bloedjes vaak zaligmakend en vanuit die gedachte denken ze dus echt dat wij, bewust kinderlozen, iets missen. Daar zit een beetje de kortsluiting.

Niet dus en afgezien daarvan is het ook nog eens zo dat het hebben en vooral het niet meer hebben van een kind op geen enkele manier te vergelijken is met het hebben of niet meer hebben van een huisdier.
Ik hou zielsveel van mijn katten maar als er eentje naar de regenboogbrug gaat dan jank ik drie weken de ogen uit mijn kop en daarna gaat het leven gewoon verder. Op naar de volgende met bont beklede poepfabriek.

En als je nu denkt: “Ja, dat wist ik al dat die stomme beesten niet te vergelijken waren met die prachtige succesnummers die ik voortgebracht heb.”  Nou prima, maar maak dan niet meer van die hele rare opmerkingen.

Vanaf nu wordt alles beter

Later schoten er nog wat dingen te binnen. Die zijn er alsnog aan toegevoegd.

We verheugden ons op de vakantie. We zouden er weleens effe een geweldige vakantie van gaan maken. Prachtig huis gehuurd met eigen zwembad en veel privacy. Wat kon er misgaan?
Om te voorkomen dat we zelf alles wat gebeurde uit ons geheugen blocken even een lijstje. Dan komen we tenminste niet in de verleiding om nog een keer op vakantie te gaan.

Heen deden we er twee dagen over. Dat was zo gepland dus dat was prima. Eerste dag stuurde onze nieuwe navigatiejuffrouw (Lieke) ons de rondweg bij Parijs op. Hartstikke bedankt Liek! Na 2,5 uur waren we dan eindelijk Parijs voorbij.
Thuis hadden we alvast wat adresjes van hotels in de navigatie gezet. Hele leuke uitgezocht. Van de snelweg af dus en hop! Lieke wees ons de weg. Het eerste hotel bestond niet meer en was een galerie geworden. Het tweede hotel was vol want er was een bruiloft. Het derde hotel was vol want er was een feestje. Na een kilometertje of 50 rondgereden te hebben was wel duidelijk dat we niets zouden vinden. Dus de snelweg weer op en de navigatie uit.
Rond een uurtje of negen ’s avonds leuk hotel gevonden en heerlijk gegeten en geslapen. Volgende ochtend blauwe lucht en zon! En een prima ontbijt. Hele stille snelweg naar de eindbestemming en zonder problemen kwamen we aan.
De eigenaren van het mooie huis ontvingen ons met hapje en drankje. Een gezellige ontvangst met een praatje en een rondleiding. Leuk!
Mooi huis ook. Zeer smaakvol ingericht met een goed bed en alles even netjes en nieuw. Fijn zwembad en het was zonnig en warm dus DeMan ging het eens even proberen. Helaas was, vanwege het koude voorjaar, het water van het zwembad ijskoud.
Bovendien was de onderste tree van het trapje zo hoog dat je een halve acrobaat moest zijn om er weer uit te klimmen. Het lukte hem maar net dus het was wel duidelijk dat het voor mij niet weggelegd zou zijn. Ik kom amper een gewone trap op en af.
Maar goed, gezien het ijskoude water was dat nog niet zo heel erg.

De volgende dag was het koud en regenachtig. Dat zou zo de hele eerste week blijven. Koud en regen. Koud en regen. Koud en regen. Het mooie huis is gebouwd op zon. Het ligt volledig in de schaduw en het was dan ook behoorlijk donker en koud binnen.
Kachel aan. Iedere dag lampen aan en kachel aan. Het leek potdomme wel winter! Het was niet alleen koud in huis maar ook klammig. Onze boeken begonnen als snel te bobbelen en te rimpelen.
Gelukkig hadden we onze iPads meegenomen en konden we lekker internetten. Internetten? Weinig wifi en weinig internet. De eigenaar had allerlei redenen. De regen, de omgeving, geen idee en wat kan ik eraan doen. Maar hij had ook al kennisgemaakt met DeMan en die had zich laten ontglippen er verstand van te hebben. Fout! Fout! Fout!
Nou ja, het was in ons eigen voordeel om er eens naar te kijken. Na een aantal dagen sleutelen (hoezo vakantie?) en proberen belde DeMan met de Franse provider en die stuurde een monteur. Was nog niet eerder gelukt om een monteur zo gek te krijgen want de eigenaar van het mooie huis sprak slechts zeer gebrekkig Frans na 12 jaar en als hij belde begrepen ze er niets van. De monteur kwam de volgende dag en vanaf dat moment hadden we een behoorlijk aantal uren van de dag internet.
We hadden de eigenaar op dat moment al te vaak gezien en gesproken om het nog te kunnen waarderen en van privacy was geen sprake. Lieve mensen hoor! Echt waar. En of we lekker geslapen hadden. En of we het nog gezellig hadden. En of we een borreltje kwamen drinken. En of we zin hadden om gezellig een praatje te maken.
Zat er een vogelpoepje op een tuinstoel of de tafel? Als we even niet keken was het schoongemaakt. Hadden we was in de wasmachine (die in de schuur stond) gedaan? Als je het eruit kwam halen stond er een wasmand naast. Zorgzaam. Dat wel. Maar privacy?

Ondertussen was het nog altijd koud en het regende en regende en regende. Een groot genot was de enorme supermarkt om de hoek en de nog enormere supermarkt op een half uurtje afstand. De boerenmarkt in het dorp vlakbij was ook leuk maar koud. Heel koud. En had ik het al gehad over de regen?
De keuken van het mooie huis was zeer ontoereikend. Maar dat ligt aan ons. Wij zijn kokers. Echte kokers. Dus 50 vierkante centimeter werkruimte en geen pannen van enige kwaliteit of betekenis, is voor ons een ramp. Lekker gezellig koken werd een hele opgave.
De badkamer van het mooie huis was mooi. Hartstikke mooi. Alleen moest je in de douchebak stappen en dat “erin” was een flinke stap naar beneden. Daar beneden was de vloer nogal glad. Er was ook niets om je aan vast te houden. Beetje gevaarlijk en ons kennende was hier aktie nodig. Bij de supermarkt dus eerst maar eens een antislipmat gekocht. Dat scheelde wel wat maar het bleef oppassen geblazen.
Er was een boiler met 30 liter heet water. En geen afwasmachine. Dus allebei douchen en ook nog afwassen met 30 liter heet water was een creatieve bezigheid. Afwassen was helemaal een bijzondere ervaring want het water dat in de gootsteen verdween kwam in de douche weer omhoog.

Ergens aan het einde van de eerste week hapte DeMan in een heerlijk stuk stokbrood en verloor daarbij de vulling uit zijn voortand. Gelukkig geen pijn of last van maar hij kon niet meer lachen zonder eruit te zien als een Franse zwerver. Nu viel er weinig meer te lachen dus dat was simpel zat. En eten werd een beetje moeilijker want ergens zomaar in happen durfde hij ook niet meer uit angst voor nog meer schade.
We overwogen ernstig om begin van de tweede week richting huis te gaan maar de weersvoorspellingen zeiden dat het beter zou worden. Een standaard opmerking van de eigenaar overigens. “Vanaf nu wordt het alleen maar beter.” We gebruiken hem ondertussen voor van alles en nog wat.

Ondertussen was er aan de overkant van de weg een groot graafproject bezig. De eigenaar van dat stuk grond daar wilde de rivier een stukje verleggen. Dat vergt heel wat graafwerk met heel wat grote graafmachines die allemaal bij elkaar een pokkenherrie maakten. De hele dag door het geluid van grote graafmachines. Wat een rust maar niet heus! Om nog te zwijgen van het zwaar verminkte waterkipje dat onze kant op kwam strompelen om onder onze tafel een sterfplek te zoeken.
En naast “ons” terrein was nog een weiland dat nodig naar de weilandkapper moest. Dus in de uurtjes dat de graafmachines een boterham gingen eten hoorden we altijd nog de grote grasmaaier van onze eigen eigenaar die zijn eigen weiland kortwiekte. Zelf had hij oorbeschermers op. Hij had dat weiland gekocht uit voorzorg omdat hij bang was dat er mensen met luiddruchtige kleine kinderen een huis zouden bouwen.

En inderdaad, de maandag van de tweede week was er een zonnetje met redelijk veel wolken. Maar toch een zonnetje en dat was heerlijk warm. Zouden we dan toch nog een paar mooie dagen krijgen? We beurden elkaar steeds op om te voorkomen dat we als een razende gingen inpakken. Nee, wij bleven!
Uiteraard ga je af en toe ook de omgeving verkennen. Leuk dorp of stad of zomaar een tochtje maken. Erg fijn. Vooral de grotere stad op een half uur afstand was mooi. Lekker geluncht daar zeg! Prima restaurant. Wel jammer dat DeMan een uurtje of zes later een voedselvergiftiging bleek te hebben. Hele avond en nacht ziek en de volgende dag ook nog erbij. Koorst en ellende. Zo gingen de twee dagen dat het mooi weer was voorbij.
Het was mooi geweest zo. We gingen naar huis. Voortijdig ingepakt en wegwezen was de boodschap. We kregen een afscheidsetentje aangeboden (privacy?) maar moesten dat afslaan vanwege de darmen van DeMan. We zouden wel zien of we de terugreis in één keer zouden doen of met een overnachtig.
Aangezien DeMan de enige is die de auto kan besturen is dat niet iets wat je zomaar beslist. Om acht uur ’s ochtends reden we weg. Op naar huis! We hadden er zin in.
Gezien de ervaring op de heenweg en de ervaring die we in de vakantie hadden opgedaan met onze navigatiejuffrouw Lieke waren we voorzichtig geworden. Lieke bleek niet altijd zo goed de weg te weten en raakte af en toe danig in paniek omdat ze het echt niet meer wist. “Kop houwen Lieke!” werd een veelgehoorde kreet in de auto.
De rondweg om Parijs gingen wij nu eens via de kaart doen en luisteren naar Lieke was er niet bij. Maar zie! Lieke wist terug wel de goeie weg om Parijs heen te vinden. Jammer dat we in een file kwamen. Jammer dat we er drie uur over deden om Parijs voorbij te komen. Jammer dat het toen al rond zes uur ’s avonds was.
En het regende inmiddels al weer bijna de hele weg. Regen dus. Regen, regen, regen en regen. We waren het spuugzat en besloten de laatste 400 kilometer er gelijk aan vast te plakken.
Helaas kwamen we bij Lille in een nieuwe file. Kort daarna reden we verkeerd omdat we niet naar Lieke luisterden maar het zelf beter wisten. Stuk omrijden dus.
We besloten nog even een hapje te eten onderweg. Het was inmiddels rond acht uur dus het mocht ondertussen wel. Het eerste restaurant bleek gesloten. Maar geen nood! Kilometertje of 40 verderop was de volgende. Ook gesloten!
Nog eens een boel kilometers verder kwamen we dan eindelijk bij een zaak die op het punt van sluiten stond maar waar we nog wel een bord patat konden krijgen.
Ondertussen hadden we het thuisfront (lees poezenoppas) gemeld dat we ’s avonds laat zouden arriveren. Met de poezen was alles meer dan goed hoorden wel. Met de poezen wel. Met wie of wat dan niet?
Met het prachtige, mooie, peperdure vaasje dat we op een onbereikbare plek hadden gezet. Daar was het niet goed mee. En ook niet met de mooie fotolijst die ernaast stond. Daar was het ook niet goed mee. Aan de boeken op de planken eronder was te zien dat één van de lieverds had geprobeerd in de kast te klimmen. Met veel scherven als resultaat.
Gelukkig hadden we het dierbare vaasje in de guldentijd gekocht. Omgerekend naar euro’s was de schade nog maar de helft!
Tegen middernacht waren we dan eindelijk thuis. Nu kon ons niets meer gebeuren. Lekker in eigen bed en bad. Behalve dan dat de auto de volgende dag met een lekke band stond. Zeker stukgereden op die fijne Belgische wegen met al die fijne grote gaten erin.

Het is voorbij. De eerste maandag na de vakantie is goed begonnen. DeMan ging naar de tandarts en kwam met een prachtige voortand terug. Zonder verdoving laten vullen en het ziet er prima uit.
Ons balkon is brandschoon (met dank aan DeMan) en wat ons betreft kan de zon gaan schijnen. Heerlijk thuis op ons eigen balkon. Alle lekkere dingen opeten die we hebben meegenomen.
Laat de zomer maar beginnen!