Cornette & Co. organiseerden het afgelopen weekend de jaarlijkse straatbarbeque. Veel werk, druk, druk, druk, maar het resultaat mocht er zijn. Ik zie het maar als een soort vrijwilligerswerk. Ooit, in mijn vorige woonplaats, deed ik een ander soort vrijwilligerswerk. Eén van die nobele daden was gaan wandelen met een mevrouw die in een verpleeghuis woonde. Ze had geen onderbenen meer en zat derhalve in een rolstoel. Ze wilde naar buiten maar haar 6 kinderen (vijftigplussers) en negen kleinkinderen hadden daar geen zin in. Het klikte heel snel tussen ons en dat was geheel te danken aan het feit dat ze met haar 89 jaar zeer scherp van geest en nog scherper van tong was. Wandelen dus. De eerste keer dat we het verpleeghuis verlieten stak ze haar vinger in de richting van het winkelcentrum en riep: “Die kant op !” Oké, naar de winkels. En winkelen deden we. Het eerste dat ze kocht was een plastic doos om haar zelfgekochte vleeswaren in te stoppen. Sticker met haar naam erop en had niet het lef om aan die doos te komen. Rosbief ging erin en paté. Bij de avondboterham plukte ze de gelderse worst van haar brood en deelde die ruim uit waarna ze van haar eigen beleg van de keurslager smulde. Ook koekjes, chocola en taartjes werden ruim ingekocht. Ondergoed en handdoeken alsmede nieuwe bloesjes en truitjes kwamen in ruime hoeveelheden in bezit. We zaten weleens klem tussen de deuren van de Metro en vrijwel altijd kreeg ze dan de slappe lach. We dronken vaak gezellig een kopje koffie in het winkelcentrum en gristen een zakje patat mee van de markt. Samen streden we fel tegen de rare gewoonte om iemand in een rolstoel niet rechtstreeks aan te spreken. “Hier zit ik en ik spreek Nederlands” riep ze dan altijd. Nieuwe haring en oliebollen lusten we allebei graag. Ze vertelde van het verpleeghuis en van de eenzaamheid als je met niemand een normaal gesprek kunt voeren en iedereen om zeven uur op bed ligt. Ze zat dan alleen in de grote zaal met haar koekjes en keek tot laat naar de TV. Haar kinderen kwamen op visite (meestal vrijdagavond van zeven tot half acht) en maakten bezwaar tegen de vele aankopen. Moeder kon toch ook rondgereden worden in de tuin? Wij de volgende keer de tuin in waar ze na 5 minuten riep: “Ga toch weg met je bloemetjes, is er geen markt vandaag?” Verdrietig was ze op haar zaal met demente medebewoners en ze regelde helemaal zelf dat ze kon verhuizen naar een verzorgingshuis (veel dichter bij het winkelcentrum) waar ze een eigen kamer kreeg. Meubeltjes moesten gekocht en gordijnen. Een eigen TV en een dressoir met kopjes en borden. Zielsgelukkig en de kinderen vonden het maar niks. Oordeel daar niet te snel over want iemand met een hele scherpe tong is leuk maar dat is een stuk minder als het je moeder is. Vanwege mijn verhuizing naar een andere stad moesten we afscheid nemen en dat viel ons beide zwaar. Altijd als ik op een markt loop denk ik aan haar en hoop dat ze nog altijd gelukkig is.
zij zal jou nog altijd missen, denk ik. Mooi verhaal.
Misschien is ze aan een weblog begonnen en krijg je straks een reactie.
Dat hoop ik ook. Daar heeft ze recht op. Scherpe tong of niet.
Mooi verhaal Cornette… vrijwilligers hebben idd meer (emotionele) afstadn dan kinderen/familieleden en kunnen dus ook veel beter de humor van ergens van inzien of milder reageren. Dat verpleeghuis… lag dat toevallig aan de Mathenesserlaan?
Ik hoop voor haar dat ze nog zo lang mogelijk doet waar ze zin in heeft.
Heb je haar nog wel eens opgezocht?
Jammer dat jullie uit elkaar gingen/ moesten, soms is het leven maar hard.
Weer een heerlijk verhaal van je geweldige pen, Cornette!
Nee, ik heb haar nooit meer opgezocht en het huis lag niet aan de Mathenesserlaan. Maar wel dicht bij Rotterdam. 😉
mooi zeg… maar tegelijk tekende het ook hard af hoe het er vaak aan toe gaat… zit daar maar te verkommeren…
Gelukkig is het deze dame anders vergaan..
Zelfs als ze het niet (meer) is Cornette nemen ze haar die periode met jou nooit meer af.
Mooi om te lezen, meid! Ja, als het je moeder is zal het niet altijd meevallen, maar als vriendin is het prima.
asad83 Vrijwilligerswerk