Maandelijks archief: juni 2007

Zeg PdeB ….

Tommy

Zeg PdeB.
Je hebt nog precies vier dagen om een logje te schrijven. Daarna ligt het hier een weekje plat. Nou ja, drie dagen nog want vandaag zit je natuurlijk weer lui te wezen en je leest dit morgen pas. De Man en ik gaan een weekje naar zee. Gelukkig zijn de weersvoorspellingen minder gunstig want die zon hoeft voor ons niet als we 100 meter van het strand zitten. Nog bedankt trouwens voor die “roulettetip”. Zoals je weet (want je was erbij) werkt het door jou uitgedachte systeem als een trein. Ging ik toch mooi met 38,50 winst naar huis. Jammer dat ik alleen voor de lol op 0,50 cent automaten speel want anders konden we die week aan zee verlengen tot een leven aan zee. Maar dat zit nu eenmaal niet in onze aard.
Jij gaat vast ook een leuke week tegemoet met logeerpoes. Wees blij dat Tommy gewoon thuisblijft. Ik mag toch hopen dat jou logé iets meer fatsoen onder de vacht heeft dan onze Tommy. Zoals je op onderstaand filmpje kunt zien is hij dol op knijpers en plukt ze zelf van het wasrek. Gaat dat niet snel genoeg dan duikt hij in de knijperzak.
We overwegen om hem in het vervolg Mark te gaan noemen want een watje is het en een watje blijft het. Veel verder dan met mama samen de was ophangen komt hij niet. Laat zich regelmatig op de kop timmeren door Rita LoesDePoes en is altijd even vrolijk. Behalve vanmorgen. Vanmorgen was hij het even helemaal zat. Hij kwam aanrennen en sprong LoesDePoes boven op de kop. Dat maakte wel even een verpletterende indruk. Ze was er helemaal stil van. Maar niet voor lang. Toen hij ietsje later dacht de zaak onder controle te hebben en nu eindelijk de baas te zijn kreeg hij een paar fikse deuken voor de kop en was de rangorde weer helemaal duidelijk.
Daarna houden ze weer gewoon van elkaar. Althans, als wij kijken. Hoe het in werkelijkheid is weten we natuurlijk niet.
Schrijf jij nog wat voor het einde van de week? Niet over huisdieren ofzo hoor. Dat kan echt niet in weblogland. Daar schrijven stoere en intelligente webloggers niet over.
En die “roulettetip” ga ik voor altijd onthouden. Trouwens ook een fantastisch motto voor het dagelijks leven.
Je moet niet je winst proberen te vergroten maar je verlies proberen te verkleinen.
Snel kijken of dat op een Truttig Tegeltje past.

Hartelijke groeten van
CoCu en De Man

Donor

Soms maakt de wereld om mij heen me een beetje verdrietig. Dat hele gedoe over het donorcodiciel bijvoorbeeld. Al die moraalridders die van de daken schreeuwen dat iedereen een donorcodiciel MOET met JA erop. Sommigen opperen zelfs de suggestie dat mensen die NEE zeggen zelf ook niks krijgen. Daar kan ik nog wel even op voortborduren. Mensen die leven als een beest (roken, drinken, drugs etc.) mogen ook van alles niet meer en moeten een toeslag betalen op hun ziektekostenverzekering. Afijn, de lijst is eindeloos. Wat dacht je van al die moraalridders die iedere dag eindeloos in hun auto zitten en zodoende nieuwe longtransplantaties veroorzaken. Maar ach, dat is zo’n ver van hun bed show. Nee, met een donorcodiciel met JA erop ben je pas een goed mens en doe je pas wat de maatschappij van je verwacht. Wat moeten ze dan? Met het openbaar vervoer? Kom nou.
Maar wat ik mis in deze hele discussie is respect en begrip. Respect en begrip voor mensen die er net even iets anders over denken. Mensen die vinden dat zij zelf mogen beslissen over hun lijf en hun leven en vooral over hun sterven. Sterven is een zeer eenzame en bijzondere zaak. We krijgen er allemaal mee te maken. Het is de enige echte zekerheid in ons leven. Misschien sterven we op een manier die onze organen onbruikbaar maakt. Zou kunnen en is zelfs zeer waarschijnlijk. Maar misschien ook niet. In ieder geval is het begrip “je organen na je dood afstaan” niet juist. Je leeft nog als ze je leegslopen. Want als je dood bent hebben ze niks meer aan je. Nu zijn er mensen die graag rustig en op hun gemak willen sterven. Die van mening zijn dat hun ziel even tijd nodig heeft om het lichaam te verlaten en ergens anders een plek te zoeken. In dat geval hebben ze niks meer aan de zooi in je lijf. Want je moet nog leven om bruikbaar te zijn. Dood ben je een waardeloos omhulsel. Nog wat huid en een hoornvlies maar de rest kan in de container.
Wie ooit aan het sterfbed van een dierbare heeft gezeten heeft ook dat moment van “zielverlating” gezien en denkt er misschien net iets anders over. “Niks mee te maken” roepen de moraalridders. “Als je niks geeft dan krijg je ook niks als het nodig mocht zijn.”
En dit alles nog afgezien van het feit dat een heel groot deel van de gestorvenen toch al niks waard is als donor. Je moet en zal JA zeggen op een codiciel.
Wat ik mis is de nuance. Wat ik mis is het respect en begrip. Maar dat mis ik toch al heel vaak en veel in de wereld van vandaag. Respect en begrip zijn wereldvreemde zaken geworden.
Met alle begrip voor de nood op dit gebied en voor de zieke mensen die wachten en wachten. Vreselijk moet dat zijn en nooit hoop ik in zo’n situatie te komen of een dierbare in zo’n toestand te zien. Maar ook vraag ik begrip en respect voor het feit dat ik over mijn eigen sterven mag nadenken en beslissen. Dat jij iedere dag in de auto zit? Daar zeg ik ook niks van. Dat wij het niet doen scheelt misschien al een longtransplantatie. Omdat het niet meetbaar is telt het niet.

Dag Gert Jan Droge. Hadden ze aan jouw organen ook niks? Waarschijnlijk niet. Want veertien dagen geleden liep je nog vrolijk rond in deze wereld maar na de diagnose en de voorspelling hoe het verder zou gaan was je er ineens niet meer.
Moedig hoor. Heel moedig.
Met respect neem ik afscheid van je. Jij bent in ieder geval gestorven op een manier die je zelf verkozen hebt. En dat gun ik iedereen.
Met respect en begrip.