Maandelijks archief: oktober 2005

De Pwins

Er zijn veel prinsen op de wereld en vele daarvan vinden zichzelf misschien erg belangrijk. In de praktijk valt dat nog reuze tegen. Ik heb twee spaarkaarten vol om de poppenkastpoppen van Albert Heijn af te halen en vraag aan mijn buurmeisje welke het moeten worden. “Nou” zegt ze “de pwinses heb ik al.” “Dan moet ik zeker de pwins meenemen?” vraag ik. Ze overweegt die mogelijkheid eventjes en zegt dan dat ze liever de bedwijfsleider en de vakkenvuller wil hebben. De bedwijfsleider is namelijk een beetje verliefd op Assepoester en de vakkenvuller is een leuke jongen om te zien. “Maar die bestaan niet” leg ik uit, “die zijn er alleen in de reclame maar niet in het echt.” “Ze zijn bij ons op de TV hoor, zelf gezien. Ze dansen met Assepoester.” probeert ze nog en wat je op de TV ziet is echt nietwaar? Want als dat niet echt is dan jokken grote mensen en dat is niet slim zo vlak voor Sinterklaas. Papa en mama hadden ook al uitgelegd dat de bedwijfsleider niet in de winkel verkrijgbaar was maar ach, je krijgt bij buuf wel vaker iets wat thuis in de nee-nee-categorie valt en derhalve doet ze bij mij nog een poging. Helaas, geen bedwijfsleider en geen vakkenvuller. “Dan maar de pwins” zegt ze. De andere pop mag ik zelf uitkiezen “maar niet die enge mevrouw.” Ik zie aan haar ogen dat ze toch ook aan mijn woorden een beetje twijfelt en ik heb het vermoeden dat ze vandaag of morgen zelf bij de Klantenservice gaat vragen naar de bedwijfsleider. Het zal mij benieuwen hoe die zich eruit gaat redden zo vlak voor Sinterklaas.

Boodschapjes doen

De supermarkt is en blijft een bron van vermaak ende irritatie. Sta ik bij de kassa en je weet, daar is zo’n schuif die het kassameisje opzij smijt zodat jou boodschappen aan de ene kant naar beneden rollen terwijl de volgende boodschappers hun uitgekozen waren aan de andere kant naar beneden zien zakken. Ik heb betaald en sta dus aan het einde van de band mijn boodschappen weer in mijn wagentje te dumpen. De volgende klanten (echtpaar van rond de zeventig) moeten nog betalen en zien hun boodschappen alvast naar het einde van de band zakken. De mevrouw van het stel voorziet problemen en zegt tegen manlief: “Jan! Jan! Ga jij vast daar staan want anders neemt die mevrouw misschien ook onze boodschappen mee.” Ze praat niet echt zachtjes en zowel het kassameisje (Bianca zegt het speldje) en ik kijken verrast op. Dat je het in je dolle hoofd zou halen om de boodschappen van iemand anders in je wagentje te laden is nieuw voor mij. Wat een idee ! Bezuinigingen van wereldformaat doemen voor mijn ogen op en bijna kan ik de verleiding niet weerstaan om haar verdenking ook direct in daden om te zetten. Maar Jan heeft inmiddels zijn borst opgeblazen en stapt dreigend naar het einde van de band om zijn toekomstige snacks te beschermen. Ik kijk hem perplex aan en richt mijn totaal verbijsterde blik daarna op mevrouw Jan. “Nou” zegt ze, alvast in de verdediging, “je kunt toch nooit weten?” Ik overweeg een paar akties. Spugen is een optie maar dat heeft mijn moeder al vroeg verboden. Gooien met één van haar eigen kant en klaar maaltijden is een tweede. Ook niet netjes. Verbaal geweld besluit ik. Hier past alleen verbaal geweld. “Mevrouw” zeg ik duidelijk, hard en langzaam. “Mijn interesse in uw boodschappen is nul komma nul. U hebt namelijk geen smaak en totaal geen verstand van koken. U koopt alleen kant en klaar en snacks en iemand zoals ik, die echt verstand van eten heeft kan daar alleen maar om lachen. U bent een culinaire zielepiet.” Vervolgens pak ik met twee handen een zak zoutjes (geen idee wat voor) van haar boodschappen af en druk ze zodanig in Jan zijn handen dat er waarschijnlijk alleen nog kruimels in zitten. “Pak aan Gorilla” zeg ik tegen hem “je vitamientjes van vandaag.”
Op lichte voeten loop ik de winkel uit. Ik heb in geen tijden zo’n leuke dag gehad.
Herfstdip? Wie heeft er een herfstdip? Ikke niet !

Hans de Kippenkenner

Eerst zei Minister Veerman het maar dat maakte geen indruk. Althans niet bij mij. Maar nu heeft onze onvolprezen Hans Hoogervorst het ook gezegd. Echt waar ! Letterlijk stond er dit: Minister Hoogervorst van Volksgezondheid heeft vrijdag deskundigen uit de wereld van volksgezondheid en dierziekten opgeroepen zich terughoudend op te stellen bij hun commentaren op de vogelgriep die is uitgebroken in Turkije en Roemenië. De minister benadrukte dat er sprake is van een dierziekte met een ‘beperkt risico voor de mens’. Er is volgens hem geen enkele reden tot paniek. “Nederland is internationaal één van de best voorbereide landen”, zo liet hij weten. Hoogervorst benadrukte dat vakantiegangers rustig naar Roemenië of Turkije kunnen vertrekken. Er is naar zijn mening geen enkele reden om toeristen extra voor te lichten over eventuele risico’s. “We maken geen voorlichtingscampagne over iets dat niet aan de orde is.”
Is dat niet fijn? Je katapult toch direct uit je herfstdip. Slaappillen kunnen door de WC, de wijnfles blijft dicht, de warme melk met honing spoelen we lachend door de gootsteen. Allemaal niet meer nodig want Hans Hoogervorst zegt dat we rustig kunnen gaan slapen. De World Health Organisation denkt er anders over maar die hebben natuurlijk Hans nog niet gesproken. Dat is duidelijk. Tjonge, jonge, als we die fijne Ministers toch niet hadden, wat dan? Dan lag je toch maar mooi ongerust te draaien in je mandje. Maar neen, driewerf neen, we kunnen weer rustig verder leven. Deden ze dat op 9 mei 1940 ook niet zo? Daar heeft hij het natuurlijk van afgekeken. Ook toen riep een fijne Minister: “Ga maar rustig slapen.” Volgens onze Hans is Nederland internationaal één van de best voorbereide landen. Waar die voorbereiding dan uit bestaat is geheel niet duidelijk. Alhoewel? Zou hij daarmee die nieuwe zorgverzekering bedoelen? Oh, wat een inzicht en een toekomstvisie toch deze man. Speciaal voor hem vis ik die wijnfles toch nog maar even uit de vuilnisbak.